Anti-Europavirus treft Nederland
DEN HAAG – Het is nog niet eens zo lang geleden dat in Nederland met minachting gesproken werd over de opstelling van de Britten in Europa. Geen enkel begrip was er wanneer zij betoogden dat ‘Brussel’ hen te duur was. De Britten waren conservatief en lieten zich leiden door grof eigenbelang, vonden de vaderlandse politici eensgezind.
De discussie van vandaag in de ministerraad tekent de inmiddels verkoelde houding van de Nederlandse politiek ten opzichte van Europese Unie. Het devies is niet langer: hoe Europeser hoe beter. VVD-leider Bolkestein was de eerste die vraagtekens plaatste bij de sterke pro-Europa koers. Het kabinet blijkt hem te volgen. Minister Zalm van financien (VVD) klaagt openlijk over de hoge kosten van de gemeenschap en de dreigende bureaucratisering van Europa. Formeel is Nederland nog wel voor uitbreiding van de Unie met de landen uit het voormalige Oostblok, maar van enthousiasme is geen sprake meer.
Staatssecretaris Patijn van Europese Zaken (VVD) erkent dat de stemming in Nederland is omgeslagen. Maar dat heeft wat hem betreft vooral te maken met het realiseren van de oorspronkelijke doelstellingen. ‘We zijn de gemeenschap begonnen om Europa opnieuw op te bouwen en de Frans-Duitse tegenstellingen te overwinnen. Eind jaren tachtig was dit gerealiseerd,’ legt hij uit.
Tegelijkertijd onderstreept hij de huidige sceptische houding van Nederland. ‘In het verleden zijn we in ons Euro-enthousiasme niet altijd even precies geweest bij het overdragen van bevoegdheden. Waarom moet in Brussel besloten worden over de tabaksreclame ? Er is alles voor te zeggen om ons in de toekomst steeds de vraag te stellen of harmonisatie wel echt geboden is. Daarbij denk ik ook aan het onderwijs en het sociale beleid.’
Zijn partijgenoot Wiebenga, oud-kamerlid en nu Europarlementarier, zoekt de verklaring bij de val van de Berlijnse muur in 1989. ‘De oorzaken zitten in het wegvallen van de vijand. Het streven naar een Europse Unie is vooral ingegeven door de aanwezigheid van het IJzeren Gordijn. Nu zie je overal uitingen van nationalisme.’
Voormalig Europees commissaris en CDA-politicus Frans Andriessen denkt dat het verminderd enthousiasme ook een gevolg is van teleurstellingen. ‘Er is veel beloofd bij het totstandbrengen van de gemeenschappelijke Europese markt. De burgers zien nu dat de werkgelegenheid nauwelijks toeneemt. Verder is de Brusselse besluitvorming er niet transparanter op geworden. Overigens zie je de teleurstelling ook in andere landen van de Europese Unie.’
In Nederlandse regeringskringen zou ook nog wel eens mee kunnen spelen, dat ons land in het Europese lobby-circuit niet succesvol is gebleken. Andriessen: ‘Nederland komt niet aan de bak met de verdeling van functies, ik noem de verloren strijd van Lubbers om het voorziterschap van de Europsese Unie en de vestiging van de Eurobank.’
‘Maar last but not least,’ zegt Andriessen, ‘speelt natuurlijk mee dat Nederland de laatste jaren netto-betaler is.’ Andriessen wijst onder andere op de uitwerking van de plannen van voormalig Europees Commissaris McSharry, waardoor Nederland minder geld krijgt uit de landbouwfondsen. Het leidde ertoe dat Nederland sinds enkele jaren meer geld aan Brussel aan afdraagt, dan het via subisidies ontvangt.
Ook Dankert ziet in deze harde financiele realiteit de reden van de omslag in de Europese gezindheid. Over de authenticiteit van de Nederlandse bevlogenheid heeft hij toch altijd al twijfels gehad. ‘Uit enquetes bleek weliswaar dat meer dan 85 procent van de bevolking het lidmaatschap van de EG en later de Europese Unie steunde, maar ik heb nooit het gevoel gehad dat het meer was dan onverschillige instemming. De belangstelling voor de Europese beweging en Europese verkiezingscampagnes was bijvoorbeeld nul.’
Komend jaar ontvangt Nederland, onder andere via landbouwgelden en structuurfondsen, een bedrag van in totaal 5,3 mijard gulden uit Europese fondsen. Daar staan echter 9,5 miljard aan afdrachten tegenover. Buitenlandse zaken heeft berekend dat bij een uitbreiding met de voormalige oostbloklanden Nederland, bij ongewijzigd beleid van de EU, jaarlijks tussen de vijf en acht miljard extra moet opbrengen.
De problemen rond de toetreding van Oost-Europa worden actueel nu volgend jaar een Intergouvernementele Conferentie van de EU wordt gehouden. Daar wordt besloten over de toekomst van de Unie en over de voorwaarden van toetreding. Zeker is dat de kosten zeer fors oplopen als de Oosteuropese landen dezelfde rechten krijgen als bijvoorbeeld Portugal en Griekenland. Daar gaan forse sommen geld heen via de landbouwfondsen en de fondsen voor regio’s met een economisch zwakke structuur.
Patijn: ‘In Nederland vinden we dat de brede middelenafdracht van noord naar zuid zo langzamerhand ter discussie moet worden gesteld. We pompen nu al dertig jaar geld in Sicilie. Hoe lang gaan we daar nog mee door ? ‘
Andriessen, zelf ooit minister van financien, heeft wel enig begrip voor deze zorgen en zeker voor de afhoudende opstelling van Zalm. Maar hij vindt dat de Nederlands regering nauwelijks het recht heeft zich te beklagen over de hogere bijdrage die het nu moet betalen. ‘Het was eerder merkwaardig dat Nederland als rijk land tot voor enkele jaren per saldo geld ontving. ‘
Volgens Andriessen staat ook de geloofwaardigheid van Nederland op het spel als ze haar positie wijzigt. De Britse houding is vooral ingegeven door het feit dat ze al veel langer meer geld in de gemeenschap pompt dan ze terugkrijgt. Dat de Nederlanders, nu ze ook netto-betaler zijn geworden, die positie min of meer overnemen, oogt weinig fraai, vindt Andriessen.
‘Wij waren bovendien altijd heel kritisch als Thatcher in het debat over Europa zei: ‘I want my money back’. Als we nu hetzelfde roepen, is dat volledig in strijd met onze benadering in het verleden. We zouden de indruk wekken dat we ons in het verleden bedienden van gelegenheidsargumenten.’
Op de agenda van de ministerraad staat vandaag een onderwerp dat jarenlang taboe leek. Minister Zalm van financien heeft laten uitrekenen hoeveel Nederland afdraagt aan de Europese Unie en hoe hoog die kosten nog kunnen oplopen. Volgens Zalm is Nederland in Europees verband al veel te vrijgevig. De kans dat hij door collega’s wordt tegengesproken is klein. Het Britse virus slaat over naar Nederland.
Deel deze pagina:
© copyright 2024 Michiel Zonneveld| ontwerp: Ministry of Data