Zoeken

Een tragische figuur ; Michiel Zonneveld

DE FRACTIEVOORZITTER van de PvdA in Rotterdam, Peter van Dijk, zei het donderdag in het raadsdebat bijna goed: ‘Aan de Maas is geen plaats voor een zonnekoning.’

Door Michiel Zonneveld. Verschenen op 25 maart 2018 in Het Parool.

Deel deze pagina:

Het Parool (logo)

Hij had natuurlijk moeten zeggen dat in Rotterdam geen plaats meer is voor iemand met de allures van Bram Peper. De gevallen PvdA-ster kon immers zestien jaar lang wel zijn gang gaan, zonder dat de gemeenteraad, en de lokale PvdA al helemaal niet, hem ook maar iets in de weg legde.

De val van Peper wordt nu vooral in verband gebracht met de kwestie van integriteit. U kent de redenering: hij moest er als burgemeester en als minister van Binnenlandse Zaken juist op toezien dat de bestuurders zich aan regels en normen houden. Hij mag dan niet de minste twijfel laten bestaan over zijn eigen gedrag.

Maar in deze kwestie zou het ook wel eens kunnen gaan om een verandering in de vorm van politiek leiderschap. In zijn inmiddels beroemde essay lichtte de intellectueel Peper vorig jaar een tipje van de sluier op. De minister miste toen leiderschap in de politiek. Hij voorzag een transformatie in de manier waarop leiding wordt uitgeoefend.

De minister zelf was een representant van het oude type. Als burgemeester van de stad met de grootste haven ter wereld kwam hem een vanzelfsprekend recht op gezag toe. Hij kon het zich veroorloven autoritair te besturen. Net als de echte Zonnekoning, de Franse absolute monarch Lodewijk de Veertiende, kon hij naar believen over mensen beschikken.

Hij kon politieke en ambtelijke carrieres maken en breken. De noodzaak tot legitimatie ontbrak. Bram Peper geloofde echt dat hij 24 uur per dag burgemeester van Rotterdam was. Waarschijnlijk ging hij met zijn ambtsketting om slapen. Alles wat hij deed, was in het belang van de stad. En wie tegen hem was, keerde zich dus tegen de belangen van Rotterdam.

Wie wilde meetellen, liep in het gelid. Dat gold voor de gemeenteraad, voor de ambtenaren en zelfs voor een deel van de pers. De sociale scheidslijn werd getrokken tussen de mensen die wel en die niet op de feesten of boottochten werden uitgenodigd.

Er wordt nu gesproken over ‘een cultuur van angst’ die in Rotterdam zou heersen. Dat hoort precies bij het klassieke leiderschap. De vorst onderhandelt niet, maar deelt gunsten uit. Kritiek pareert hij met dreigementen of (als die niet helpen) met harde sancties. Volgens zijn eigen filosofie had Peper volkomen gelijk toen hij stelde dat hij alles voor de stad deed. De stad was hij immers zelf.

Peper heeft ondervonden dat burgers nieuwe eisen stellen. Als burgemeester was hij al zeer omstreden, maar toen hij weg was, werd het tijd voor een afrekening.

Het is opmerkelijk dat tijdens het raadsdebat van donderdag helemaal niemand het voor hem opnam.

De manier waarop hij vanuit zijn vakantieadres in Noorwegen reageerde, heeft velen de ogen geopend. Hij liet zich buitengewoon denigrerend uit over de Rotterdamse volksvertegenwoordiging en over de onderzoekers. Nog steeds weigert hij pertinent ook maar enig eigen feilen toe te geven. Hij maakt zich daarmee tot een tragische figuur.

Waaraan moet de moderne leider dan voldoen? Hij, of zij, moet in de eerste plaats bereid zijn de macht te delen. Wie dat niet doet en macht uitoefent in een sfeer van angst en intimidatie, kan erop rekenen dat er vroeg of laat wordt teruggeslagen. De nieuwe leider moet op voet van gelijkheid met zijn naaste medewerkers en andere partijen omgaan.

Daaruit volgt dat hij altijd bereid moet zijn zijn of haar daden te verantwoorden. Niemand gelooft meer dat wat een burgemeester doet, vanzelfsprekend goed is voor de stad.

In het verlengde daarvan moeten de moderne leiders ervoor zorgen dat zichtbaar is wat ze doen, bereid zijn zich zelfs te verantwoorden voor bonnetjes. Zich houden aan de regels die ze aan anderen stellen.

Maar bovenal moeten ze uitstralen dat de positie die ze bekleden niet vanzelfsprekend is, maar moet worden verdiend. Noties als natuurlijk leiderschap zijn achterhaald en dat geldt nog het meeste voor de gekozen bestuurders.

Het vertrouwen van de kiezers wordt steeds minder vanzelfsprekend. De opkomst mag dan afnemen, daar staat tegenover dat de groep zeer goed geinformeerde burgers groter wordt. Nieuwsjunks waren op de hoogte van elke laatste ontwikkeling in de kwestie-Peper.

Zij zijn steeds minder bereid vertrouwen te delegeren. Ze willen verantwoording. Dat gaat veel verder dan de eis tot integer handelen. Kijken we bijvoorbeeld naar veel klassieke reclamespotjes, dan zien we hoe het over het karakter van de kandidaat als familieman gaat. Soft focus – kinderen erbij, hond erbij, wandeling met vrouw door de duinen.

De leider moet laten zien hoe hij door zijn karakter een natuurlijk leider is. En de moderne kiezer wil vooral dat rekening wordt met zijn standpunten, zelf aan bod komen. Hij of zij wil een leider zien die zijn beleid uitlegt. Ze willen geen man meer die boven de partijen staat.

Het zou wel eens een probleem voor de PvdA kunnen zijn, want Bram Peper is een product van zijn partij. Geen partij die zo geobsedeerd is door de vraag wie de leider moet zijn als de PvdA. Alleen in die partij klinkt heimwee naar het type-Jan Schaefer, een type dat met harde hand regeert. Sinds de oprichting van de PvdA woedt een debat over de opvolging. Nergens wordt zo hard geklapt voor de eerste man als in de partij die democratisering en gelijkheid propageert.

Deel deze pagina:

Klik hier voor volgend artikel

Het grote anti-project voor een nog betere opsporing

Ik help de vernieuwers van de opsporing met het schrijven van columns. Hier de laatste column.

Op deze plek zou ik een groots

© copyright 2025 Michiel Zonneveld| ontwerp: Ministry of Data